top of page

F.F.J. Bernlef

Primeurbezoek aan Bernlef (9 mei)

Op de day after dies had ik een primeurbezoek op de planning staan. Ik wist niet zo heel goed wat ik kon verwachten, daarom had ik het ook al jaren uitgesteld….

Maar ja, zodra steeds meer verenigingen je gaan vragen wanneer je die vereniging gaat bezoeken, dan word je toch nieuwsgierig… Nou, vandaag was dan eindelijk dat moment daar… Ik zou F.F.J. Bernlef gaan bezoeken!

Tot voor kort kende ik Bernlef alleen van het woord ‘Barklunen’. Iedere vereniging die het namelijk over Bernlef had riep meteen ‘Barklunen!’ uit. Wanneer ik denk aan ‘klunen’ dan denk ik aan ‘stukjes over land overbruggen terwijl je aan het schaatsen bent’ en dat bevestigde eigenlijk alleen maar weer mijn beeld… Die Friezen en hun schaatsen altijd!

Nu ik de Groninger Tweedaagse kon doen, kon ik ook mooi een plekje tijd inruimen voor Bernlef en dan zou ik wel zien of het echt zo leuk was als wat de andere verenigingen steeds tegen me zeiden!

 

Ietwat vermoeid kwam ik aan op de Tuinstraat (Túnstrjitte), het was enkele minuten voor 11 dus het zoeken naar de Sociëteit (Soasjeteit) kon beginnen. Het was iets makkelijker dan ik dacht en wat het allemaal nog makkelijker maakte was het feit dat de Interne (Ynterne) net aangelopen kwam toen ik arriveerde. Hij kon me meteen binnenlaten!

Vervolgens gingen we naar boven waar de Penningmeester Sociëteit (Ponghâlder Soas) al druk bezig was om koffie klaar te maken. Zelf hield ik het nog even bij mijn water met rozensiroop aangezien de Spritzers en de Bonkers van gisteren toch wel lichtelijk hun sporen hadden nagelaten. (En bovenal, mijn eigenwijze niet kunnen eten terwijl ik dat wel zou moeten….) Ik plofte neer op de bank in het Bestuurshok terwijl ik van twee kanten bevraagd werd over mijn avonturen hier in Groningen. Wie had ik al gezien? Naar wie ging ik nog toe? Wat wist ik al van Bernlef?

Zeker vijf minuten na de afgesproken 11:00 hoorden we iemand de trap op komen en het bleek mijn contactpersoon de Extern (Eksterne) te zijn!

Heel even wachtte hij af (Uberhaupt is er geen woord voor ‘VerenigingsVerzamelaar’ in het Fries… Kolleksje heb ik wel gevonden maar Ferienings Kolleksjer is vast geen goed Fries) en al wat ik kon doen was ‘Goeiemoarn!’ roepen… (Heeft een van mijn leidinggevenden nog enigszins een bijdrage aan mijn leven gegeven. Hij komt uit Friesland) Daarna ging ik vrolijk door in het Nederlands. ‘Ik dacht dat je ging oefenen met Fries praten!’ zei de Eksterne verbaasd.

Ik heb anders gehoord dat jij het ook niet kan! Wierp ik tegen ‘Ik was van plan om hier te gaan zitten en een beetje te knikken’ gaf de Eksterne toe.

‘Sowieso, wie is hier nu te laat?’ reageerde de Ynterne. (Hij was op dit moment de enige Friessprekende persoon aanwezig.) ‘Maar een paar minuutjes…’ probeerde de Eksterne nog.

Helaas voor hem, dat won hij niet…

Het verhaal van mijn Dies en de Groninger Tweedaagse kon ik opnieuw toelichten want dat had de Eksterne allemaal gemist.

 

Al gauw probeerde de Eksterne zijn aanwezigheid weer wat op te poetsen (Al was dit bezoek eerder in het jaar gedaan dan weet ik zeker dat deze vent Mr. Sunshine had willen worden.) door te vertellen over de historie van Bernlef. Ik heb niet gevraagd waar de naam vandaan kwam, maar dat zie ik onder het schrijven toevallig op de site staan. Dat verklaart ook meteen waarom het verenigingsblad ‘de Harp’ heet. Bovenal ben ik ervan ondersteboven dat er ooit een Friese vereniging in Delft heeft gezeten! (Ook dat lees ik net op de site.)

Wel vertelde hij vol enthousiasme dat de vereniging de derde vereniging van Groningen is als het om leeftijd gaat. Eerst Vindicat, daarna Albertus en Bernlef kwam als de derde.

‘Tegenwoordig is het niet meer zo dat hier uitsluitend Friese studenten zitten. We hebben er ook een aantal uit Twente en andere gebieden. In principe maakt het niet uit waar je vandaan komt. Als je affiniteit met de Friese cultuur hebt en het hier gewoon naar je zin hebt dan ben je van harte welkom om je hier aan te sluiten!’ Aldus de Ponghâlder Soas. ‘Wat ook zo mooi aan Bernlef is, is het feit dat het een kleinschalige vereniging is. Wanneer er dan eens iemand binnenstapt die we niet kennen dan weten we meteen dat het een nieuw gezicht is. Vaak proberen we het dan wel eerst in het Fries maar als we merken dat je dat niet snapt gaan we over in het Nederlands. Zelf ben ik bekend met de Friese cultuur aangezien ik familie in Friesland heb (Zijn naam is ook echt typisch Fries) maar ik spreek het niet heel goed. Verstaan kan ik het wel!’ aldus de Ponghâlder Soas.

 

‘Wat jij ons net duidelijk maakte zien we hier vaker. Friezen hebben vaak de stempel dat ze stug zijn en daarom dat mensen hier vaak niet komen. Als ze hier zijn dan is het vaak per ongeluk maar dan staan ze vaak ook te kijken over hoe leuk het hier is! Dan roepen ze vaak ‘Ik zou hier wel lid willen worden’ maar dan zou het als tweede vereniging zijn…’ aldus de Ynterne.

‘Dan zie je die mensen hier binnenkomen, aanvankelijk met een vooroordeel en na een poosje zie je die vooroordelen echt als glas breken in hun hoofd omdat het toch heel anders is als ze verwachtten!’ aldus de Ponghâlder Soas.

‘Wij hebben dit pand in 1971 gekocht, voor die tijd was het een bananenpakhuis. Het is echt onze Sociëteit wat een hoop voordelen heeft aangezien we ons niet hoeven te verantwoorden naar een verhuurder. Het enige wat soms lastig is, iets wat je vast opgevallen is toen je aankwam, is het feit dat we echt midden in een woonwijk zitten. Onze leden gedragen zich vaak wel maar als ze iemand meenemen die het niet zo goed realiseert dan kan het nog wel eens misgaan… Kortom, ik heb ook de taak om het contact met de buurt goed te houden!’ aldus de Eksterne.

Ik kon het niet helpen dat ik een paar keer de link legde met een andere hele bijzondere vereniging die ik dit jaar voor het eerst heb bezocht. De Wageningse Landbouwvereniging Nji-Sri is namelijk volledig toegespitst op Nederlands Indië (Indonesië) ondanks dat er heden ten dage nog veel landbouwers in opleiding zijn, maar deze niet meer uit Indonesië komen om hier onderwijs te volgen. Zij laten qua ledenaantallen nog altijd groei zien maar ze zijn ook kleinschalig. Elke avond om 0:00 zingen zij een lied in het Sanskriet naar het beeld van Vrouwe Nji-Sri.

Hier op Bernlef zingen ze ook om 0:00, maar dan het Friese volkslied en dat zingen ze altijd in de richting van Makkum. (En hoe weet je nu waar Makkum ligt? Nou, er is een markering in de Sociëteitszaal die je daarop wijst) Ik denk dat ik net zoveel van het Friese volkslied als van het Sanskriettalige lied van Nji-Sri zou snappen dus ik voelde die connectie wel!

 

De situatie werd opeens helemaal gebroken toen ik een editie van de Harp op mijn schoot kreeg. ‘We hebben niet helemaal goed geïnventariseerd wat we je mee zouden kunnen geven…’ zei de Eksterne. (Vandaag dus nog geen Almanakken of verenigingsbladen. Tuurlijk, alles staat hier in het Fries… Maar het zou voor mij juist de uitdaging zijn om het dan te gaan begrijpen! Kortom, ik hoop toch nog wel een paar Almanakken in bezit te krijgen zodat ik met mijn Fries aan de gang kan!) ‘Desondanks wilde ik je dit artikel graag even laten lezen! Het heeft zelfs Omrop Fryslân gehaald!’ vervolgde de Eksterne.

Lezer, ik waarschuw je vast… Ik heb ook een eigen taalwoordenboek en zometeen ga ik er een woord tegenaan gooien dat je waarschijnlijk nog nooit gezien of gehoord hebt, tenzij je met mij omgaat.

Het artikel ging er namelijk over dat er een nieuw Fries woord (In navolging van een nieuw Nederlands woord… ‘Poenie’) voor ‘vagina’ was uitgekomen. (Flomke) Echter was er voor ‘piemel’ geen goed Fries woord en de Harp-redactie vond het daarom wel een goed idee om daar een nieuw woord voor te gaan zoeken.

‘Grutte Pier’, ‘Pyst’, ‘Iik’, ‘Bûkeman’ en ‘Wisp’ waren de opties. Tja, als je het aan Sabine had gevraagd dan had je sowieso als antwoord ‘Kaaf’ te horen gekregen aangezien ik dat 3D ding al jaren ’Kaaf’ noem… Kortom, dit artikel ging volledig over Kaaf en nu was de Eksterne wel benieuwd welke Friese variant voor Kaaf mijn voorkeur zou hebben. Ik denk dat ik dan voor Pyst zou kiezen want niet elke Kaaf zal passen bij ‘Grutte Pier’ want er zijn soms ook minder ‘Grutte’ exemplaren bij toch? (Niet dat ik een expert ben, maar dan is een ander verhaal….) Pyst klinkt in mijn oren wel praktisch…

Ik probeerde het hardop in het Nederlands te lezen en de mannen constateerden dat het me best goed afging.

Goed verhaal… Lekker kort… Kaaf!

 

Ik legde de Harp weer weg en toen viel mijn oog op een sticker. Ter ere van het 90 jarig bestaan van Bernlef was er iets bijzonders gebrouwen. Dat was net in de periode dat mijn Facebookpagina viral ging. Ik kreeg toen van een zekere Fokko de vraag of ik mijn adres op kon geven omdat hij dit bijzondere drankje aan mijn collectie wilde schenken. Die sticker was identiek aan wat er op die fles zit. Hee, die heb ik thuis staan!

‘Huh? Hoe dan?’ reageerde de Eksterne.

‘Staat die nog helemaal dicht?’ vroeg de Ynterne

Ja, ik heb hem neergezet en hem niet geopend!

‘Veel leden zullen nu jaloers op je zijn!’ aldus de Ponghâlder Soas.

Ik dacht dat het gewoon Beerenburg was…. In 15-16 had ik namelijk een interview voor de Universiteitskrant en de reporter die een dagje met me meeging hoorde het verhaal aan en zij concludeerde dat het ongetwijfeld Beerenburg moest zijn. Kortom, ik ging er meteen vanuit dat alles wat er zo uitzag Beerenburg moest zijn…

‘Nee, Het was een soort citroenlikeur van Weduwe Joustra, deze is echter speciaal gebrouwen voor dat Lustrum en net als met Goldstrike zijn er goudvlokjes aan toegevoegd!’ aldus de Ynterne.

‘Wat wilde Fokko bij jou bereiken? Wilde hij indruk maken ofzo? Je hebt echt iets heel bijzonders in handen!’ aldus de Eksterne die duidelijk niet kon geloven dat ik dit ‘gewoon’ per post had gekregen en totaal niet doorhad wat dit was.

‘Ter ere van het volgende Lustrum komt er weer een bijzondere gebrouwen drank uit, ik zou dan zeker maar weer langskomen!’ aldus de Ynterne.

Wauw, wie had dat ooit zien aankomen!

 

Nu het toch over drank ging… De kasten werden opengetrokken en de Eksterne liet me zien wat Bernlef altijd cadeau geeft tijdens Consti’s of tijdens Diesrecepties. ‘Wij geven dan een flesje Berinnenburg! Ook erg lekker! We hebben er alleen niet zo veel meer dus ik kan je die niet meegeven…’ Aldus de Eksterne.

Sowieso had ik nog niet echt heel veel zin in alcohol nu…

‘Maar… Waarom heeft het dan nog vier jaar geduurd tot je ons eindelijk op de planning zette? Was die fles niet voldoende aanleiding om eens te komen?’ Aldus de Eksterne.

Tja… Ik had er gewoonweg geen tijd voor in de planning! ‘En dan zet je ons niet een keertje bovenaan?’ vervolgde hij. Duidelijk… Hij vond het te lang duren tot ik eens zou komen en nu wilde hij er duidelijk alles aan doen dat ik wel zou blijven terugkeren! 

 

‘Hoe zou je het trouwens vinden om de Soas even te zien? Of had je bij binnenkomst al gekeken?’ aldus de Eksterne. Nee, ik heb eigenlijk nog helemaal niets gezien!

‘Oké, dan gaan we daar even verandering in brengen! Kom!’ aldus de Eksterne.

Intussen was ook de Voorzitter (Foarsitter) gearriveerd. Ze kon niet heel lang blijven maar uiteraard was het wel zo leuk dat ze toch even een stukje van het bezoek mee kon pakken!

Het was vooral erg bijzonder om het klushok/sterkhok te zien. Hier op Bernlef geen grote bierbollen met duizenden liters maar fusten van 50 liter. (Ik weet nog van het fustschuiven op S.S.R.-Rotterdam dat dat geen licht karweitje is!) Er zijn aansluitpunten voor bier en fris maar bij de bar zelf kunnen ook fusten aangesloten worden, iets wat de Eksterne me later nog even liet zien. Ik zag de enorme tanks van A.S.C./A.V.S.V. in gedachten passeren. (Zij hebben de meeste tanks aangezien zij de grootste van Nederland zijn) En in vergelijking hiermee is Bernlef dan toch wel heel lief. Wat een groot contrast!

Vervolgens nam de Eksterne me nog even mee naar een ietwat grimmige kelder. Opslag die nu blank stond door een lekkage. Deze kelder blijkt ook erg geliefd bij externe partijen te zijn. Bernlef weet blijkbaar bij iedereen wel iets los te maken.

 

Vergis je overigens niet! Die rode dingetjes in de Friese vlag zijn geen hartjes. (Ik durf te wedden dat elke niet-Fries zich ooit wel eens afgevraagd heeft waarom die Friezen zo verliefd zijn op hun provincie dat ze hartjes in hun vlag hebben gezet.) Het zijn dus plompebladeren! (Plompeblèren, althans zo klinkt het mijn in de oren.) Juist… Die fout maak je dus ook niet meer!

We gingen door naar de Soas, daar waar het allemaal gebeurt. ‘We doen alles zelf hier. We hebben geen ‘helden’ die alles opruimen dus het Bestuur is ook belast met de Dirty Jobs in het pand!’ aldus de Eksterne. Het viel me sowieso op dat de typische kroeglucht hier niet hing.

Vervolgens liet de Eksterne me de posters in de Soas zien. Zo heeft Bernlef eens een poging ondernomen om een Friese versie van ‘Schippers van de Kameleon’ te maken. (Wie kent ze niet? Hylke en Sytze) De boeken werden namelijk verfilmd maar… Het verhaal was volledig in het Nederlands! En een Fries verhaal hoort natuurlijk in het Fries verteld te worden!

Bernlef kwam in opstand en ging samenwerken met een paar grote bekende Friese namen om een eigen versie van deze film te maken. Het is de vereniging redelijk duur komen te staan aangezien de Nederlandse producent alles behalve blij was hiermee… Maar het punt was wel duidelijk.

De Friese versie trok volle zalen maar die mocht dus uit eindelijk niet meer worden vertoond op last van de Nederlandse producent. De twee posters in de Soas herinneren hieraan. De linkerposter is volledig terwijl de rechterposter allemaal zwarte balkjes heeft. ‘Dat doet ons eraan herinneren dat we studenten zijn, geen filmmakers!’ aldus de Eksterne.

Verder zie je hier vele KEIposters van Bernlef door de jaren heen.

Vervolgens zagen we een bank. ‘Normaal gesproken staat er geen bank midden in de Soas…. maar we hebben gisteren, zoals iedereen geloof ik, Ajax gekeken!’ aldus de Eksterne.

Juist!

Uit eindelijk kwamen we aan bij de bar, het hart van de Soas. ‘Dat hoekje daar wordt ook wel het autistenhoekje genoemd. Daar ga je namelijk zitten als je even een op een met iemand wil praten. Je kunt er immers niet heel makkelijk bij!’ zei de Eksterne droog.

Ik klom op een krukje en het eerste wat ik zag waren twee Plompeblèren op de bar.

De Eksterne zag me kijken en hij lichtte toe waarom die uitgerekend daar zaten.

‘Ik denk dat je vast wel eens gehoord hebt van Barklunen…’ aldus hem. Daar ga je het krijgen… Iedere vereniging heeft het bij Bernlef altijd over Barklunen, maar wat IS het nou?!

‘Foarsitter, zullen wij het even laten zien?’ aldus de Eksterne. ‘Maar dan wel zonder drank want ik moet zo naar een afspraak!’ aldus de Foarsitter.

Terwijl Eksterne me mee had genomen door het pand had de Ynterne ervoor gezorgd dat ik een lekkere warme tosti had gekregen dus nu was ik een beetje aan het goochelen met mijn tosti en mijn glas ijsthee want het was duidelijk dat de bar heel even niet beschikbaar zou zijn voor zaken die erop konden staan.

Het zit dus zo… Barklunen is deels te vergelijken met een bierestafette want het begint pas zodra iemand iets heeft gedaan. Bij de bierestafette is het vaak de leider die op tafel staat en vervolgens een leeg bekertje op de tafel zet (en daarbij de spanning flink kan opvoeren door lang te wachten.) Bij Barklunen hoor je een hyperactieve versie van Circus Renz. De leden bonken op tafels, onder de bar of op de taproosters om de spanning verder op te voeren. De opponenten zitten elk in een hoek van de bar, met de voeten tegen de muur (te zien aan de ietwat zwarte plekken op die muurzones) en dan is het dus maar afwachten wanneer het muziekje stopt.

Áls het dan stopt dan vertrek je zo snel als je kunt. Op de hoek van de bar staat er een shotje, vervolgens ga je buitenom de hoek om (Binnenom is diskwalificatie, het shotglas verkeerd weggooien is ook diskwalificatie leerde ik van de Foarsitter) en dan ga je zo snel als mogelijk richting de Plompeblèren waar een glas bier staat. Die tik je zo snel als mogelijk weg, dan moet je hem ondersteboven boven je hoofd houden als bewijs dat hij echt leeg is en de eerste die hem leeg terugzet op de Plompeblèren, die heeft die ronde gewonnen.

Niets voor mij dat Barklunen maar ik vind het wel heel erg leuk om te zien!

De Ynterne probeerde nog even of ik niet toevallig iets van de citroenlikeur wilde proberen aangezien dat ongeveer te vergelijken is met hetgeen wat ik thuis gesloten en wel heb staan. ‘Je moet er dan alleen wel de goudvlokjes bij denken!’ zei de Ynterne lachend.

Ik gaf aan dat ik het beter vond om het nu maar even niet te doen, ondanks dat ik probleemloos een tosti had gegeten. ‘Ja maar Sabine, als onze opvolgers je dan iets geven wat je heel erg lekker vindt, dan krijgen zij daar de punten voor terwijl wij die ook hadden kunnen krijgen… Ik wil niets laten liggen hoor!’ aldus de Eksterne.

 

En wat er toen gebeurde… Ik wist niet of ik van de kruk moest vallen, ik heel erg boos moest worden (Maar op wie?) of dat ik heel erg hard moest lachen… Het Groninger Gegons bestaat in ieder geval écht en het is nu bewezen!

Dit was mijn allereerste keer Bernlef. De allereerste keer dat ik de Eksterne ontmoette. En wat vraagt hij… ‘Maar wie was nu eigenlijk je favoriet hier in Groningen? Die Praeses van Albertus toch? Of toch die van Unitas van een paar jaar terug?’

Dat KUN jij helemaal niet weten!! OMG… Het Groninger Gegons bestaat gewoon echt!

‘Ja, het Groninger Gegons bestaat zeker!’ voegde de Eksterne er triomfantelijk aan toe.

Ja weet je, ik kan het aan bepaalde zaken wel merken dat het bestaat… Opeens zie ik weer mensen in de Facebookpeilingen staan wanneer de reisdatum naar Groningen weer dichterbij komt… En het feit dat je op bezoeksafspraken hoort dat andere verenigingen je ook wel eens willen ontmoeten. Maar jeetje… Dat deze onderwerpen onder huisgenootjes besproken worden snap ik nog wel… Maar de Eksterne kan met geen mogelijkheid in een meidenhuis wonen…

Een Target hebben in Groningen en dat geheim kunnen houden, dat kun je wel vergeten!

Desondanks had ik nooit verwacht dat ik terugkoppeling van zoiets zou krijgen op de vereniging waar ik nu pas de eerste keer kwam.

Als mijn maag wat minder rot had aangevoeld had ik nu zeker even een Beerinnenburg aangepakt want jee, die zag ik oprecht niet aankomen!

Alsof het zo moest zijn liep er opeens een miertje over de bar… Ik moest er wel vier keer bovenop slaan maar uit eindelijk was hij plat. ‘Dat is ook wat… Dan zeggen we net dat we voor iedereen open staan en dan maak jij hem af!’ reageerde de Ynterne droog. ‘Het was wel een stugge mier zeg…’ merkte de Ponghâlder Soas op. Mijn antwoord? Wederom vier meppen op de bar omdat er nog een liep!

‘Dat gebeurt hier anders nooit…’ aldus de Foarsitter.

De Ynterne was vervolgens even naar de muziekcomputer gelopen. We hadden het eerder nog even over Twarres met ‘Wer Bisto’ gehad en dat zette hij nu even op. ‘Jee, wat is dit voor treurige muziek! Zet eens iets leukers op!’ aldus de Eksterne die vervolgens zelf maar achter de bar ging om iets anders op te zetten.

 

De Ynterne liet me vervolgens het bijzondere kassasysteem zien. ‘Omdat het hier zo kleinschalig is hebben we hier geen passensysteem. Je kunt hier je eigen foto aantikken en dan kun je, als het rustig is, zelf je biertje tappen of je drankje pakken! Mensen die geen eigen foto hebben gestuurd hebben de foto van een bekende Friese Politica gekregen, als motivatie om het alsnog snel te veranderen!’ aldus de Ynterne.

Ook vielen de meters boven de bar me op. Links was er eentje met 11 gaten en in de stijl van de Friese vlag. Rechts was er een in de stijl van de Groningse provincievlag en daar zat maar 1 gat in. ‘Ze worden niet gebruikt maar de Friese meter staat voor de Friese gastvrijheid én voor de 11 steden. We zijn blij met Groningen maar het is ook wel leuk om het op de hak te nemen als Friezen, dus daarom dat daar maar 1 gat in zit!’ Aldus de Ponghâlder Soas.

De Ynterne liet vervolgens de meters zien die wel vaak gebruikt worden. Uiteraard in de vorm van Plompeblèren!

Intussen had de Eksterne een liedje op gezet waar ik totaal niet wijs uit kon worden… Het was dan ook volledig Fries! Ynterne brak daarom even in met het Bernlefliedje dat een aantal jaren geleden is geïntroduceerd. ‘Bernlef Boppe’ kwam er in ieder geval het meest in terug!

 

De tijd vloog voorbij dus het werd tijd om te gaan afronden. Uiteraard zouden we wel nog even een foto maken en een oud-Bestuurder (Zelfs DIE had van me gehoord. In Groningen blijft niets geheim… Wellicht is dat ook wel de reden waarom ik die stad zo’n warm hart toedraag) was opgetrommeld om even een paar foto’s van ons te maken. Het vaandel werd erbij gepakt. (Al moest ik hem wel een beetje gekunsteld vasthouden omdat ik nu eenmaal niet zo groot ben. Al zou ik hem dragen zoals het hoort dan zag je me niet meer. Het werd overigens allemaal geregisseerd door de Eksterne!)

Na een paar goede foto’s werd het tijd om de spullen in te pakken en door te gaan naar de volgende afspraak! Unitas S.G. stond immers ook nog op de planning!

Ik vertrok overigens niet met lege handen! Pennen, markers, stickers, een kladblokje, een polsbandje en de constitutiekaart. Het meest bijzondere item is toch wel de das van het vorige Lustrum. Compleet met enkele Plompeblèren erop! De volgende keer moet er nog wat in het Logboek geschreven worden en daarnaast hoop ik toch ook een basis van Bernlef Almanakken en uitgaves van de Harp op te kunnen bouwen. Dan kan ik ook een beetje aan mijn Friese vaardigheden werken én het is gaaf voor mijn collectie! Traditie en diversiteit houdt die juist zo leuk!

Ik vind het in ieder geval geweldig dat de Ponghâlder Soas, Ynterne en Eksterne tijd voor me vrij hebben gemaakt om me te laten zien hoe leuk Bernlef is! Er gaat zeker een vervolgbezoek komen en zoals je aan de lengte van het verslag kunt zien heb ik het erg leuk gehad!

Wordt vervolgd! Waarschijnlijk in de KEIweek al! Oarntsjen!

DSC09789.JPG
DSC09797.JPG
DSC09798.JPG
bottom of page